Op donderdag 30 januari 2014 organiseerde de Stichting Poëzie aan de Vecht weer het jaarlijkse Poëziefestival in de Bibliotheek Loenen aan de Vecht. Ook dit jaar droegen weer vele poëzieliefhebbers een gedicht voor. Sommigen zelfgeschreven, de meesten van bekende dichters. Het was een geweldige, afwisselende avond met een opmerkelijk hoog niveau van gedichten.
Kinderen van de Graaf Floris basisschool uit Loenen deden de aftrap en droegen eigen gedichten voor, vooral gericht op hun ervaringen met de bibliotheek. De speciale gast van dit jaar, Micha Hamel, gaf desgevraagd commentaar op de zelf gemaakte gedichten en zorgde er met zijn positieve en enthousiaste benadering voor dat er direct een leuke en gemoedelijke sfeer ontstond.
Na de gedichten van de kinderen werden de bestuursleden van het eerste uur, Piet van den Akker en Ietje van den Born, in het zonnetje gezet. Zij hebben Poëziefestival in Loenen opgezet en ruim zeven jaar gedragen.
Per 1 januari 2014 hebben beide hun functie als bestuurslid neergelegd. Gera Helling (wethouder) sprak na een bedankje en bloemetje van het bestuur geheel spontaan beiden toe met lovende woorden, ook vanwege hun andere verdiensten voor de gemeenschap.
Na een muzikaal intermezzo droeg Micha Hamel, dichter uit Nigtevecht, uit eerdere en zijn laatste bundel ‘Bewegend Doel’ voor. Iedereen was geboeid door zijn levendige manier van voordragen van de prachtige gedichten. Niet alleen door zijn woordkeuze, zijn onverwachte wendingen maar ook door de flinke scheut humor.
Piet van de Akker liet na de pauze aan de hand van een gedicht van Remco Campert ‘Op de Overtoom’ de rijkdom van binnenrijm zien en zijn enthousiasme werkte heel aanstekelijk. Vervolgens lieten twaalf inwoners hun favoriete gedicht horen.
De onderwerpen liepen uiteen van dat het dichten niet alleen voorbehouden is aan Neerlandici (Marga van Wees) en woorden soms moeilijk te vangen zijn (Maarten Aalderink), tot het ervaren van de dood en het geluk (Jos Eveleens, Ietje van de Born en Arnoud Manger). Wethouder Gera Helling van Kunst en Cultuur kreeg de handen op elkaar voor twee eigen gedichten over naastenliefde en verwondering. Franc Janssen werd door Micha Hamel een woordkunstenaar genoemd met zijn uitleg over het verschil tussen Poëzie en Poezie. Voor Monique Branderhorst–Molenaar kan de lente niet snel genoeg komen met haar gedicht over het voorjaar.
Jantine van der Lecq had een tekst van James Taylor gebruikt voor haar liefdesgedicht, dat door Ellen Dijkstra en gitarist Franc Janssen werd gezongen. Greetje Falkenhage hield het dicht bij huis met haar ode aan het gewone, het kijken als een kind en het ezeltje. André Branderhorst sloot de avond met een tekst van André van Duin over het wonderkind.
Het onderwerp ‘verwondering’ heeft vele kanten. Dat was merkbaar in de grote diversiteit van onderwerpen die in de gedichten aan de orde kwamen; serieus, humoristisch, ontroerend, verrassend.
Bijna alle gedichten zijn te vinden in de bundel of op onze website.