Poëzie aan de Vecht

Helen van Dijk

Pinguïn reïncarnatie – Anoniem

We kleumen gedurig, een duizendtal
Als kegels die wachten op een bowlingbal
Ik zit op een ei met m’n dikke kont
Een kuiken waggelt verdwaasd in het rond.

Je hebt op de schotsen maar weinig gemak
Soms kun je je wassen in een wak
Maar uitgebreid poedelen kan je vergeten
Want anders wordt je kroost opgevreten.

Ik was in m’n vorige leven vast
Zo’n moeder die nooit op haar kinderen past
Nu moet ik broeden, wel zestig dagen
Hoe kan een vrouw zoiets verdragen ?

Toch heb ik besloten mijn best te doen
Voor Boeddha geef ik hem van katoen
Want stel je voor dat ik het hier verknal:
Dan kom ik misschien wel terug als kwal!

Poëzie als uitweg – Jantine van der Lecq

Ik ben zo depri als een deur
Ik zie het echt niet zitten
Ik denk waar dient het allemaal veur
Ik wil alleen maar pitten
Maar dan is daar de poëzie
Die brengt mij in balans
Geeft mij een vriend, opent mijn hart
Ik pak die microfoon, ik grijp mijn kans
Daar sta ik nu, moedernaakt
Mijn ziel onder mijn arm
Ik kijk naar u, u kijkt naar mij
Ineens voel ik mij warm
Een opvlieger, de overgang!
Dat kan er nog wel bij
Ik ga er weer bij zitten want
Het is alweer voorbij.