Joost Hontelez, een van de vaste dichters van Poëzie aan de Vecht droeg onderstaand gedicht voor tijdens het Boekenfeest 2025 op 21 september in Tivoli (Utrecht). Hiermee onderschrijft het belang van het vrije woord. Lees meer in z’n blog.

 

Vragen van vrijheid

 

Ben ik vrij als ik mijn fantasie gebruik,

als ik ongebreideld wegduik in verzinsels, als ik lieg

of ben ik dat juist niet,

als ik niets anders heb dan dat.

 

Staat het me vrij te dromen.

 

Staat het me vrij te zeggen dat ik Emma Bovary ben, Humbert Humbert,

Bazip Zeehok, dat God een ezel is, dat ik de islam slam, het boeddhisme bash,

ben ik vrij om te lachen met lhbtiplussers (en dan vooral de Belgische)

of vrij om wie opgesloten zit in zijn dan wel haar dan wel hun lijf en wie oprecht

geloof belijdt en zelf een levenspad kiest te verdedigen.

 

Staat het me vrij te kwetsen en kwetsbaar te zijn,

voor gekwetsten en kwetsbaren op te komen.

 

Staat het me vrij te dromen.

 

Staat het me vrij te zeggen dat hamas een bende beesten is,

maar dat ik met die term bibi nog complimenteer

om dan maar te zwijgen van de tsaar van Rusland en de tsaar van Mar-a-lago.

Mag mijn woord een moordkuil zijn.

 

Staat het me vrij te zeggen dat wildemort de kroonprins van het kwaad is,

dat de boerenploeg geleid wordt door een wandelende mestvaalt met een vest aan.

Voel ik me vrij als ik hun achternamen liever achterwege laat.

 

Staat het me vrij dat ik beschuldig,

dat ik huldig, dat ik mij verontschuldig,

blijft papier geduldig.

 

Staat het me vrij te dromen.

 

Is een zwaluw vrij als hij de anderen moet volgen naar het noorden in het voorjaar, zuidwaarts in het najaar,

is een spreeuw vrij in de zwerm die hem beschermt tegen de buizerd,

is een merel vrij als zijn zoveelste nest eindigt in een kattenbek.

 

Is een kip vrij als zij gefokt wordt voor de leg,

is een tjiftjaf vrij als zijn riedeltje neurotisch klinkt, wanhopig wordt.

 

Staat het me vrij te zeggen dat ik van je hou, mijn lief,

ben ik vrij om te dromen,

 

vrij of vogelvrij?