Jos Eveleens
Tussen de Zerken
Op de begraafplaats loop ik
te paraderen tussen de zerken
de doden die daar liggen
zullen het toch niet merken
Enkele namen herken ik direct
ze behoorden bij mensen die er toe doen
de autoriteiten van het gezag
zeg de maar de hoge omes van toen
Het aanzien gaf hun een goed gevoel
graag hadden zij nog even gebleven
maar de dood is meedogenloos
zij moesten afstand doen van het royale
leven
Hun macht komt niet ten einde
hun opvolgers zijn met velen
zij staan in de rij
om de lakens uit de delen
Geluk
Een onbekende vrouw
fluit een liedje
terwijl zij door de hal
van het ziekenhuis loopt
Het was een vrolijk wijsje
ze had het duidelijk naar de zin
Ik niet, ik was op zoek
naar het geluk maar
kon het niet vinden
Ik vervolgde mijn weg
aangekomen op straat
trachtte ik alsnog
het geluk te vinden
– het geluk ligt immers op straat zegt men –
Op straat waren alleen maar
sombere mensen
er kon geen lachje af
Zou het niet zo zijn
dat die onbekende vrouw
die dat vrolijke liedje floot
mij op weg heeft geholpen
meer tevreden te zijn
en niet het najagen
van het geluk
geluk dat alleen maar een illusie is