Poëziefestival 2018

Piet van den Akker

Jochie

een jochie van twee
loopt  dromend
zonder zijn luier
door de smalle gang
van het vakantiehuis.

hij loopt zo maar
droomt zijn dromen.
zijn ogen lachen
een stille glimlach.
met zijn hand
strijkt hij langs de wand.
ook gaat hij
met een hand
langs de andere wand.

daar staat hij.
ineens voelt hij
dat hij beide wanden
tegelijk kan raken
hij zelf in het midden.
verbaasd is hij
en verrukt over
deze ontdekking.

Kip in de tuin

je zachte getok in de vroege morgen
je harde kakelen als je honger hebt
je scharrelt in de tuin tussen veel bladeren
je bent gek op bladeren van de druif
je rent achter de andere kippen aan
je pikt het legmeel uit hun snavels
Je blijft wroeten in de zwarte aarde
Je rode kam doorzichtig in het zonlicht
Je kinlel trilt bij het voortdurend knikken
Je snavel duwt een ei onder je veren
Je oren een beetje grijzig van kleur
Je bijziende blik  met een schuine kop
Je halsveren van licht naar donker bruin
Je kopversierselen waarmee je transpireert
Je eindeloze nieuwsgierigheid

Je schreeuw in de ochtend
– heb je een musje verschalkt
Hanen kraaien  –  kippen kakelen