Franc Janssen
De Liefde – vrij naar Kahlil Gibran
Als de liefde wenkt, volg haar
Al zijn haar wegen zwaar en stijl, laat je gaan
Al zou het zwaard, in haar veren verborgen, je verwonden
Ook al verstrooit haar stem je droom
Zo de liefde kroont, zo kruisigt zij je ook
Dient zij tot je groei, zij snoeit je evenzeer
Zij stijgt op tot je hoogte, streelt je teerste takken
Daalt ze naar je wortels, rukt hun houvast los
Als korenschoven, gaart ze je bijeen
Dorst je, want je, maalt je,
Kneed je, naakt en vrij en blank
Liefde geeft alleen zichzelf
Liefde is zichzelf genoeg
Begeer je, laat het zijn
Pijn te kennen van de tederheid
Gewond te worden door begrip
Bereid te bloeden bij het morgenlicht
De Vriend
Hij is je akker, die je met je liefde bezaait
Je tafel en je haardvuur, want je komt
Bij hem met je honger, bij hem zoek je rust
Je vriend is een antwoord op je verlangen
Ontsluit hij zijn geest, dan ben je niet bang
Wanneer hij zwijgt, dan luistert je hart
Want zonder woorden, worden in vriendschap
Gedachten, verlangens, gedeeld en geboren