Zelvoyca Egber (groep 5)
De Macht
Op een nacht
dacht een jongen:
Ik wil de macht
Hij was al acht
En mijn zusje lacht.
Misschien wil zij de macht
Maar hij wacht
Hij wil toch niet de macht
Hij dacht:
Ik ben pas acht
Gras
Helemaal naar beneden.
In de diepte der diepte.
Ik word gelanceerd,
Gelanceerd je hoort het goed:
Naar de plek van het gras,
De top van de boom,
De Maan,
Moeder Aarde en de Zon